Volwassen hondengebit
Het blijvend gebit van een volwassen hond bestaat uit maar liefst 42 elementen:
- 12 snijtanden, 6 in de bovenkaak en 6 in de onderkaak
- 4 hoektanden, 2 in de bovenkaak en 2 in de onderkaak
- 16 premolaren, 8 in de bovenkaak en 8 in de onderkaak
- 10 molaren, 4 in de bovenkaak en 6 in de onderkaak
De functie van het gebit
De hond heeft een carnivorengebit (gebit voor vleeseters) en elke tand of kies heeft zijn eigen functie. De snijtanden worden gebruikt om vlees van botten te knagen, de hoektanden om een prooi te grijpen en de kiezen om het vlees te vermalen. Het volwassen gebit heeft twee soorten kiezen, namelijk de premolaren en de molaren. De premolaren zijn de twee kiezen die zich direct achter de hoektand bevinden en worden ook wel voorkiezen genoemd. De molaren, ook wel maaltand genoemd, zijn de kiezen in het achterste deel van de bek. In het melkgebit ontbreken deze molaren.